Sinds mijn ontmoeting met de spirits van de heilige berg vroeg ik me af wat zij bedoelden met 'hier'? Ergens wist ik dat ik het antwoord zelf moest vinden. Maar de grote vraag was of ik het nog zou krijgen voordat ik aanstaande vrijdag van het eiland vertrek.
Dat het antwoord zo dichtbij lag had ik vooraf niet kunnen weten. Tijdens de laatste avond met de Holy Road Trippers realiseerde ik me door het persoonlijke verhaal van één van de vrouwen dat ik me eigenlijk nooit echt ergens thuis had gevoeld en daardoor nooit echt op één plek kon (durfde) te wonen. Hoewel ik in een veilige omgeving vol liefde ben opgegroeid, was thuis toch een moeilijke plek geweest. Door de hartkwalen van mijn vader had er in mijn ouderlijk huis de angst voor de dood gehangen. En de geschiedenis had zich herhaald met mijn ernstige zieke vriend. Ik durfde thuis, op de plek die eigenlijk veiligheid zou moeten bieden, geen adem te halen. En het gekke was: niet ademen voelde veilig. Tot kort geleden. Vier jaar nadat de mannen waren overleden. De angst was na flink wat zelfonderzoek (waarin ik schrijf in Hokule'a) verdwenen en zo kreeg ik
langzaam weer lucht.
En nu weet ik wat ik het liefste wil. Een huisje ergens in de natuur. Omringt door bloemen en twee mooie mensen, vrienden en familie. Een plek waar ik me voel zoals ik me nu voel: thuis.